Schadebeperking – actuele situatie in Europa (Europees Drugsrapport 2025)

Cover of the European Drug Report 2025: Harm reduction

Onder schadebeperking vallen interventies, programma’s en beleidsmaatregelen die erop gericht zijn de gezondheidsgerelateerde, sociale en economische schade van drugsgebruik voor personen, gemeenschappen en samenlevingen te verminderen. Op deze pagina vindt u de meest recente analyse van de in Europa genomen schadebeperkende maatregelen, waaronder belangrijke gegevens over behandelingen met opioïdeagonisten, naloxonprogramma’s, drugsgebruiksruimten en meer. 

Deze pagina maakt deel uit van het Europees Drugsrapport 2025, het jaarlijkse overzicht van het EUDA over de drugssituatie in Europa.

Voor het laatst bijgewerkt op: 5 juni 2025

Schadebeperking wordt geconfronteerd met steeds dynamischer drugsproblemen

Het gebruik van illegale drugs draagt bij aan de mondiale ziektelast. Interventies om deze last te verlichten, hebben onder andere de vorm van preventieactiviteiten, bedoeld om mensen helemaal niet of later te laten beginnen met drugsgebruik, en de verstrekking van behandelingen aan degenen die problemen ondervinden in verband met hun drugsgebruik. Een aanvullende reeks benaderingen is te vinden onder de algemene kop van schadebeperking en is gericht op het verminderen van de gevolgen van drugs voor individuen en gemeenschappen. Daarbij ligt de nadruk op de niet-veroordelende omgang met drugsgebruikers om de gevaren die gepaard gaan met gedrag dat veelal schadelijk is voor de gezondheid te verminderen, en meer in het algemeen om gezondheid en welzijn te bevorderen. De bekendste maatregel is waarschijnlijk het verstrekken van steriele injectiebenodigdheden aan injecterende drugsgebruikers, met als doel het risico op het oplopen van een infectieziekte te verkleinen. Dergelijke benaderingen lijken in de loop der tijd te hebben bijgedragen tot een, naar internationale maatstaven, relatief laag percentage nieuwe hiv-infecties die nu in verband worden gebracht met injecterend drugsgebruik in Europa. Desalniettemin vormen de lacunes in de dienstverlening en het toenemende gebruik van stimulerende middelen uitdagingen voor Europa bij het bereiken van de doelstellingen van de WHO voor het zorgcontinuüm voor mensen met hiv (zie Drugsgerelateerde infectieziekten – actuele situatie in Europa). In de afgelopen tien jaar zijn zowel de patronen van drugsgebruik als de kenmerken van drugsgebruikers veranderd, waardoor schadebeperkende maatregelen tot op zekere hoogte ook moesten worden aangepast om een ruimere verzameling risicogedragingen en gezondheidseffecten aan te pakken. Doelstellingen in dat opzicht bestonden in het verminderen van de risico’s op een overdosis in verband met opkomende patronen van polydrugsgebruik, waaronder het roken van stimulerende middelen, en het aanpakken van de vaak omvangrijke en complexe gezondheidsgerelateerde en sociale problemen waarmee drugsgebruikers in meer gemarginaliseerde en sociaal uitgesloten bevolkingsgroepen worden geconfronteerd.

Om de schade als gevolg van de veranderende drugssituatie te verminderen, is een reeks maatregelen nodig

Het gebruik van illegale drugs wordt geassocieerd met chronische en acute gezondheidsproblemen, die nog verergerd kunnen worden door factoren als de eigenschappen van de stoffen, de aanwezigheid van versnijdingsstoffen en pathogenen, de wijze van toediening, individuele kwetsbaarheid en de sociale context waarin drugs worden gebruikt. Chronische problemen zijn onder andere verslaving en drugsgerelateerde infectieziekten, en er bestaan veel acute schadelijke gevolgen, waarvan overdosis wellicht het best gedocumenteerde voorbeeld is. Hoewel opioïden op bevolkingsniveau relatief weinig worden gebruikt, zijn deze drugs nog steeds verantwoordelijk voor een groot deel van de morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van drugsgebruik. Injecterend drugsgebruik verhoogt net als polydrugsgebruik, ook de risico’s. Dienovereenkomstig is het werken met opioïdengebruikers en personen die drugs injecteren van oudsher een belangrijk doelwit voor schadebeperkende interventies, en is dit ook het gebied waarop de dienstverleningsmodellen het meest uitgebreid zijn ontwikkeld en beoordeeld.

Dit uit zich in het feit dat bepaalde diensten voor schadebeperking de afgelopen drie decennia steeds verder geïntegreerd zijn geraakt in de reguliere gezondheidszorg voor drugsgebruikers in Europa. Aanvankelijk lag de nadruk op het uitbreiden van de toegang tot behandelingen met opioïdeagonisten en omruilprogramma’s voor naalden en spuiten in het kader van de respons op risicovol drugsgebruik, waarbij met name het injecteren van heroïne en de hiv/aids-epidemie centraal stonden. In de bijgewerkte gezamenlijke richtsnoeren van het EUDA en het ECDC over de preventie en bestrijding van infectieziekten bij injecterende drugsgebruikers wordt aanbevolen zowel op gemeenschapsniveau als in gevangenissen behandelingen met opioïdeagonisten aan te bieden, om de overdracht van hepatitis C en hiv te voorkomen en riskant injectiegedrag en de injectiefrequentie terug te dringen. In deze richtsnoeren wordt ook aanbevolen om naast behandelingen met opioïdeagonisten ook steriele injectiebenodigdheden beschikbaar te stellen, zodat de interventies zoveel mogelijk personen die opioïden injecteren weten te bereiken en een zo groot mogelijk effect kunnen sorteren.

Het verstrekken van benodigdheden voor schadebeperking behelst doorgaans de distributie van steriel materiaal bedoeld om de schade als gevolg van voortgezet drugsgebruik te verminderen, en heeft zich verder ontwikkeld omdat patronen van drugsgebruik in de loop van de tijd zijn veranderd. Het maakt doorgaans deel uit van bredere geïntegreerde programma’s voor schadebeperking, meestal laagdrempelige diensten, en zelden van een op zichzelf staande interventie. Er worden doorgaans richtsnoeren gegeven voor het juiste gebruik van de middelen, de veilige verwijdering ervan en minder risicovolle toedieningswegen. De benodigdheden voor schadebeperking omvatten over het algemeen artikelen die nodig zijn om drugs voor te bereiden voor consumptie, zoals filters, kooktoestellen, water en ook artikelen voor het toedienen van drugs, waaronder naalden en spuiten, pijpen en folie. Er worden ook andere artikelen verstrekt om zorg te dragen voor ontstane schade die verband houdt met drugsgebruik en die schade te voorkomen, zoals wondverzorgingskits om bacteriële infecties door injecteren aan te pakken en naloxonkits om te reageren op overdoses. Het huidige bewijs wijst op de effectiviteit van omruilprogramma’s voor naalden en spuiten en van programma’s voor het thuisgebruik van naloxon. Er zijn momenteel slechts beperkte beoordelingsgegevens over andere instrumenten voor het beperken van schade.

In de loop van de voorbije drie decennia hebben sommige EU-landen hun schadebeperkende maatregelen uitgebreid naar aanvullende mechanismen, waaronder drugsgebruiksruimten met toezicht en programma’s voor thuisgebruik van naloxon, die zijn bedoeld om het aantal fatale overdoses terug te dringen (figuur 13.1). Maatregelen ter vermindering van het aantal opioïdegerelateerde sterfgevallen zijn onder andere maatregelen die bedoeld zijn om overdoses überhaupt te voorkomen en maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van overlijden bij een overdosis (figuur 13.2).

Figuur 13.1. Aantal Europese landen die schadebeperkende maatregelen uitvoeren, tot 2024
 

Implementation at any level, including pilot projects, is included. In 2024, pilot take-home naloxone programmes were initiated in Croatia and Finland, and a take-home naloxone programme upon release from prison was initiated in Luxembourg.

Figuur 13.2. Interventies ter preventie van opioïdegerelateerde sterfgevallen, naar beoogd doel en bewezen voordeel

  • Terugdringing van fatale gevolgen bij overdosering
    • Toediening van naloxon*
    • Distributie van en opleiding over naloxon* (gespecialiseerde diensten en eerstehulpverleners, gemeenschap)
    • Gebruikersruimten*
    • Apps ter preventie van dodelijke overdoses
  • Vermindering van het risico op overdosering
    • Behandeling met opioïdeagonisten, volhouden van de behandeling en zorgcontinuïteit*
    • Gerichte interventies op momenten van lagere tolerantie (bijv. vrijlating uit de gevangenis of onderbreking in de behandeling)
    • Beoordeling van het risico op overdoses, bewustmaking en schadebeperking
    • Strategieën ter preventie van overdosering
    • Preventie van oneigenlijk gebruik van geneesmiddelen
    • Drugscontrole en waarschuwingen voor de volksgezondheid
    • Ondersteuning bij de overstap van het injecteren op het roken van opioïden
    • Gerichte behandelingen (behandeling met naltrexon, heroïneondersteunde behandeling)
  • Vermindering van kwetsbaarheid
    • Geïntegreerde zorg met geestelijke gezondheidszorg en algemene gezondheidsdiensten
    • Maatregelen voor betere toegang tot sociale steun en gezondheidszorg
    • Huisvestingprogramma’s
    • Ondersteuning van werkgelegenheidsprogramma’s
    • Interventies om stigmatisering te verminderen of te voorkomen

Noot: Interventies die bewezen voordeel opleveren en waarbij sprake is van een gerechtvaardigd groot of redelijk vertrouwen in de beschikbare gegevens, zijn vetgedrukt en gemarkeerd met een sterretje (*).

Noot: Interventies die bewezen voordeel opleveren en waarbij sprake is van een gerechtvaardigd groot of redelijk vertrouwen in de beschikbare gegevens, staan in een duidelijker omlijnd vak. Veel van de bestaande gegevens over de interventies in deze figuur zijn nog erg nieuw of worden ontoereikend geacht. Dit is gedeeltelijk te wijten aan praktische en methodologische moeilijkheden bij het verrichten van onderzoek, met name bij de ontwikkeling van gerandomiseerde gecontroleerde proeven (zie Focus op ... het begrijpen en gebruiken van bewijsmateriaal), maar ook aan het feit dat de modellen voor dienstverlening vaak aanzienlijk verschillen.

Drugsgebruiksruimten zijn faciliteiten waar personen die drugs injecteren dit onder hygiënische omstandigheden kunnen doen onder toezicht van daartoe opgeleid personeel. Drugsgebruiksruimten bieden niet alleen de mogelijkheid om rechtstreeks in te grijpen bij overdoses die op de locatie voorkomen en steriele injectiebenodigdheden te verstrekken, maar bevorderen ook de betrokkenheid bij behandeling en bij andere gezondheids- en sociale diensten. Sommige diensten bieden voorlichting en training op het gebied van preventie van overdoses, met inbegrip van het gebruik van naloxon. Uit de huidige gegevens blijkt dat drugsgebruiksruimten kunnen bijdragen aan het terugdringen van drugsgerelateerde sterfgevallen, en de empirische basis blijft zich ontwikkelen, wat de complexe aard van de evaluatie van deze diensten weerspiegelt (zie ook Gezondheidsgerelateerde en sociale maatregelen: drugsgebruiksruimten).

Programma’s voor thuisgebruik van naloxon zijn een combinatie van training op het gebied van het risico op en de behandeling van overdoses met de distributie van naloxonkits voor personen die mogelijk getuige kunnen zijn van een overdosis van opioïden, zoals mensen die drugs gebruiken en hun leeftijdsgenoten, vrienden en familieleden. Programma’s voor thuisgebruik van naloxon kunnen ook gericht zijn op anderen die mogelijk als eerste op een overdosis reageren, zoals eerstelijnswerkers die in contact komen met drugsgebruikers, waaronder zorgverleners, personeel in opvangcentra voor daklozen en gevangenisfunctionarissen. Hoewel steeds meer personen in de EU-lidstaten zijn opgeleid in het toedienen van naloxon, bestaan er in sommige landen waar naloxon verkrijgbaar is nog steeds problemen met de regionale beschikbaarheid en de toegankelijkheid. Bij overdoses van krachtige synthetische opioïden is mogelijk meer dan één dosis naloxon nodig. Het huidige richtsnoer adviseert om in gemeenschapsomgevingen de doses stapsgewijs toe te dienen, zodat er tijd is om de respons van de persoon tussen de doses te beoordelen en zo nodig te zorgen voor reddingsademhaling of cardiopulmonaire reanimatie (zie ook Opioïdegerelateerde sterfgevallen: gezondheidsgerelateerde en sociale maatregelen).

Sommige landen beschikken over drugscontrolefaciliteiten opgezet zodat mensen beter kunnen begrijpen welke stoffen er in de illegale drugs zitten die zij hebben gekocht. Zo kunnen bijvoorbeeld tabletten die als MDMA worden gekocht, variëren in sterkte, aangezien het MDMA-gehalte kan verschillen van partij tot partij kan verschillen en er soms versnijdingsstoffen en andere drugs in zijn. Er zijn momenteel vele synthetische stimulerende middelen en nieuwe psychoactieve stoffen verkrijgbaar op de illegale markt in poeders of pillen die erg op elkaar lijken. Daardoor lopen gebruikers steeds vaker het risico dat zij niet weten welke stimulerende middelen of mengsels van stoffen zij precies consumeren. Hoewel dit niet nationaal representatief, wijzen gegevens van drugscontrolediensten er bijvoorbeeld op dat synthetische cathinonen nu niet alleen opzettelijk worden gekocht, maar in mindere mate ook soms worden aangetroffen als versnijdingsstof of misleidend worden verkocht. Mensen die deze middelen kopen, weten vaak niet welk type synthetisch cathinon ze kopen, waardoor er enige onzekerheid ontstaat over de effecten en gezondheidsrisico’s waarmee ze te maken kunnen krijgen. Drugscontroles kunnen, wanneer ze geïntegreerd zijn in drugsgebruiksruimten, meer gemarginaliseerde groepen van mensen bereiken die drugs gebruiken en die een groter risico lopen op een overdosis als gevolg van een krachtiger of onverwacht opioïde. Drugscontrolediensten kunnen, naast andere geavanceerde indicatoren, ook inzicht geven in de huidige trends op de drugsmarkt en de voorkeuren van consumenten, die van belang zijn voor de ontwikkeling van andere benaderingen van schadebeperking, waaronder gerichte risicocommunicatie en waarschuwingen (zie ook Synthetische stimulerende middelen – actuele situatie in Europa en MDMA – actuele situatie in Europa).

De toenemende integratie van de markten voor nieuwe psychoactieve stoffen en illegale drugs leidt tot nieuwe uitdagingen voor de volksgezondheid. Voorbeelden hiervan zijn hennep die met semisynthetische cannabinoïden wordt gemengd; stimulerende middelen die met verschillende stoffen worden gemengd, waaronder soms synthetische cathinonen; ketamine; of nieuwe synthetische opioïden die worden gemengd met of misleidend worden verkocht als heroïne. Aangezien een vergiftiging zich snel kan ontwikkelen, is het belangrijker geworden om te begrijpen hoe er doeltreffend over risico’s kan worden gecommuniceerd. Hoewel het aanbod aan diensten kan verschillen, voorzien alle drugscontrolediensten in een of andere vorm van communicatie over gezondheidsrisico’s, vaak door waarschuwingen over geanalyseerde drugsproducten af te geven en gegevens te delen met andere belanghebbenden. Doel hiervan is schade te voorkomen of te beperken op individueel niveau (namelijk voor de persoon die de stof laat testen) en op groepsniveau (voor anderen die aan dezelfde stof kunnen worden blootgesteld). In de toekomst kan met het oog hierop onder meer worden gestreefd naar harmonisatie en consensusvorming tussen Europese drugscontrolediensten over de vaststelling van criteria en drempelwaarden omtrent wanneer en hoe er waarschuwingen worden uitgevaardigd, evenals de goedkeuring van empirisch onderbouwde operationele standaardprocedures voor communicatie over gezondheidsrisico’s. Deze kwesties worden verkend in een handleiding die door het EUDA is opgesteld met behulp van het Trans-Europese Drugsinformatie-project over communicatiestrategieën inzake gezondheidsrisico’s voor drugscontrolediensten.

Sommige van deze interventies blijven controversieel om redenen zoals hun wettelijke status en de evoluerende aard van het bewijsmateriaal met betrekking tot de doeltreffendheid van de interventies voor gezondheidsresultaten. De dekking van deze nieuwere interventies is dan ook nog steeds ongelijk binnen en tussen landen; als ze al bestaan, zijn ze vaak vooral in grote steden te vinden. Over het geheel genomen verschillen de regionale beschikbaarheid en de toegankelijkheid van diensten voor schadebeperking, met inbegrip van een aantal reeds lang bestaande en relatief goed gedocumenteerde dienstenmodellen, aanzienlijk tussen de EU-lidstaten, en zijn deze in sommige landen nog steeds ontoereikend in verhouding tot de geschatte behoeften.

Er is een grotere paraatheid nodig om de uitdaging van krachtige synthetische drugs het hoofd te kunnen bieden. Krachtige synthetische stoffen hebben een groeiend potentieel om drugsgerelateerde schade te veroorzaken in Europa, omdat bedoeld en onbedoeld gebruik van deze stoffen in poeders of mengsels die misleidend als andere drugs worden verkocht, het risico op vergiftiging en overlijden kan vergroten. In combinatie met de complexere patronen van polydrugsgebruik, komt dit bovenop de toch al aanzienlijke uitdagingen bij het ontwikkelen van doeltreffende maatregelen ter vermindering van het aantal sterfgevallen door overdosering en acute drugsgerelateerde vergiftigingen. Een voorbeeld van deze toenemende complexiteit is de opkomst van de zeer krachtige nitazene opioïden in Europa. Deze stoffen, die krachtiger kunnen zijn dan fentanyl, zijn betrokken geweest bij lokale uitbraken van vergiftiging in delen van Europa en hebben de toename van het aantal drugsgerelateerde sterfgevallen in Estland en Letland veroorzaakt (zie ook Nieuwe psychoactieve stoffen – actuele situatie in Europa).

Nadat in juni 2024 clusters van overdoses nitazenen waren ontdekt die in de gemeenschap en in de gevangenissen in Ierland als benzodiazepinetabletten werden verkocht, werd een snelle risicocommunicatiecampagne gevoerd. Deze werd ondersteund door laagdrempelige diensten en omvatte folders die werden achtergelaten bij open drugsscènes en de verspreiding van informatie op sociale media en nieuwsplatforms (figuur 13.3). Dit is een voorbeeld van hoe diensten nu mogelijk zowel sneller als intensiever op uitbraken van drugsvergiftigingen moeten reageren dan in het verleden. De aanwezigheid van dergelijke mengsels en een valse noemer verkochte stoffen op de markt toont aan dat de aanpak voor de uitvoering van bepaalde schadebeperkende maatregelen doorlopend moet worden beoordeeld en aangepast. Het EUDA werkt aan een nieuw Europees waarschuwingssysteem voor drugs dat de paraatheids- en responsactiviteiten van de EU en de lidstaten op het gebied van ernstige drugsgerelateerde risico’s ondersteunt door gebruik te maken van snelle informatie-uitwisseling, gerichte waarschuwingen en andere risicocommunicatie.

Figuur 13.3. Voorbeeld van snelle risicocommunicatie in Ierland, 2024

Gezien de mogelijke ontwikkelingen op de markt voor synthetische opioïden, zou het, meer in het algemeen, leiden tot grotere paraatheid om de huidige plannen te herzien zodat we voorbereid zijn en kunnen reageren op een eventuele toename van de beschikbaarheid en het gebruik van synthetische opioïden of een toename van de schade die door deze stoffen wordt toegebracht. Hiertoe zou bijvoorbeeld de toxicologische analysecapaciteit kunnen worden versterkt of kunnen worden voorzien in betere waarschuwingen en grotere paraatheid bij eerstelijnshulpverleners.

Op plaatsen waar drugsgebruiksruimten operationeel zijn, kunnen de mogelijke voordelen en risico’s van het eveneens verlenen van drugscontrolediensten in overweging worden genomen. Een dergelijke integratie van diensten wordt steeds meer gemeengoed. In een enquête onder drugsgebruiksruimten in Europa meldde ongeveer een derde diensten voor drugscontrole op de locatie aan te bieden, en verwees nog eens de helft door naar een externe dienst.

Diverse patronen in het gebruik van stimulerende middelen bemoeilijken het beperken van schade

Het beperken van de risico’s die hand in hand gaan met injecterend drugsgebruik is altijd een belangrijke doelstelling van schadebeperkende maatregelen geweest, en de dienstverleningsmodellen zijn betrekkelijk goed ontwikkeld en empirisch onderbouwd. Zelfs op dit gebied creëren veranderingen in het drugsgebruik evenwel nieuwe uitdagingen voor een effectieve dienstverlening. In de afgelopen tien jaar hebben er in zeven Europese steden in zes EU-lidstaten hiv-uitbraken plaatsgevonden die in verband werden gebracht met het injecteren van illegale synthetische stimulerende middelen. Vergeleken met heroïnegebruik kent het gebruik van stimulerende middelen mogelijk een hogere injectiefrequentie, terwijl het verpulveren en oplossen van crack en andere tabletten met het oog op injectie ook extra gezondheidsrisico’s met zich meedraagt. Deze consumptiepatronen doen vragen rijzen met betrekking tot bijvoorbeeld het type en de geschiktheid van de naalden en spuiten die aan mensen worden uitgedeeld in open drugsscènes op straat, die nu doorgaans worden gekenmerkt door polydrugsgebruik. Ook wijzen ze op de noodzaak van een relatief hoog niveau van schadebeperkingsdiensten om dergelijke uitbraken te voorkomen en snel in te dammen. Op dit moment is bijvoorbeeld het aanbod aan omruildiensten in sommige EU-lidstaten nog steeds ontoereikend.

Synthetische stimulerende middelen en diverse andere stoffen worden gebruikt om seks te vergemakkelijken en te verbeteren in de context van geseksualiseerd drugsgebruik door verschillende groepen, maar vooral binnen een kleine subpopulatie van mannen die seks hebben met mannen; in dit geval spreken we van “chemsex”. Hoewel deze definitie onnauwkeurig is, wordt er veelal gebruik van gemaakt om te verwijzen naar omstandigheden of gebeurtenissen waar zowel risicovol drugsgebruik als riskant seksueel gedrag kan voorkomen. De betrokken geneesmiddelen kunnen variëren van stimulerende middelen zoals methamfetamine, cocaïne en synthetische cathinonen tot alcohol, kalmerende middelen zoals GHB/GBL en dissociatieve middelen zoals ketamine. Hoewel de prevalentie van chemsex lastig valt in te schatten, blijkt uit onderzoeksinformatie dat dit probleem in heel Europa voorkomt, zij het op kleine schaal en in specifieke subgroepen van drugsgebruikers. Het blijft om verschillende redenen, onder andere een gebrek aan geïntegreerde dienstverlening op vele plaatsen, een uitdaging om zich in te zetten voor mensen die deze vormen van risicovol gedrag vertonen en om hun doeltreffende schadebeperkende maatregelen te bieden, en er moeten op maat gemaakte schadebeperkende interventies worden ontwikkeld. Dit onderstreept het belang van sterke partnerschappen van meerdere agentschappen tussen aanbieders van seksuele-gezondheidsdiensten en aanbieders van diensten voor het terugdringen van schadelijke gevolgen van drugsgebruik.

De veranderende bedreigingen voor de volksgezondheid vragen om een verdere ontwikkeling van schadebeperkende benaderingen

Hoewel cannabis de meest gebruikte illegale drug is in Europa, kan worden aangevoerd dat het op dit terrein vaak ontbreekt aan advies en interventies ter beperking van schade. Cannabisgebruikers in Europa roken de drug vaak samen met tabak, en een terrein voor de ontwikkeling van schadebeperkende strategieën bestaat in mogelijke doeltreffende interventies om rokengerelateerde schade te beperken. Meer in het algemeen geldt dat de soorten en vormen van de cannabisproducten die in Europa beschikbaar zijn blijven veranderen en dat de overwegingen over de implicaties hiervan voor schadebeperkende maatregelen mee evolueren. Over het algemeen zijn cannabisproducten (zowel hasj als marihuana) sterker dan vroeger – d.w.z. zij hebben een hoger THC-gehalte – en krachtigere cannabisproducten worden in verband gebracht met meer acute en chronische schade. Daarnaast is de diversiteit aan productsoorten uitgebreid; nu zijn edibles, e-vloeistoffen en extracten allemaal verkrijgbaar, naast een toegenomen beschikbaarheid van semisynthetische cannabinoïden. Deze veranderingen creëren nieuwe uitdagingen bij het vaststellen van doeltreffende schadebeperkende maatregelen en het vinden mogelijkheden om deze maatregelen ten uitvoer te leggen.

Cannabis is niet de enige drug waarvoor schadebeperkende benaderingen een grotere rol kunnen spelen. Zoals elders in het Europees Drugsrapport van dit jaar wordt opgemerkt, zijn er ook tekenen van toenemende belangstelling van consumenten voor een breder scala aan middelen. Deze middelen kunnen schade veroorzaken, en bepaalde gebruikspatronen vergroten waarschijnlijk het risico op negatieve gevolgen, wat potentieel creëert voor schadebeperkende maatregelen.

Hoewel het opzetten en handhaven van sommige maatregelen, zoals drugsgebruiksruimten met toezicht, in sommige Europese landen controversieel blijft, wordt algemeen aangenomen dat empirisch onderbouwde maatregelen ter beperking van schadelijke gevolgen een belangrijk onderdeel vormen van een evenwichtig drugsbeleid. Niettemin kunnen veel landen baat hebben bij een grotere reikwijdte van hun schadebeperkende maatregelen. De context waarbinnen schadebeperkende diensten hun werk verrichten, de empirische grondslag waarop zij berusten en de vraag wat de normen zijn voor de kwaliteit van zorg op dit gebied blijven derhalve vruchtbaar terrein voor verdere ontwikkelingen en beleidsoverwegingen. Met het oog op de toekomst wijzen de veranderende bedreigingen voor de volksgezondheid die uitgaan van de dynamische illegale drugsmarkten in Europa op de blijvende noodzaak om nieuwe en evoluerende dienstverleningsmodellen te ontwikkelen en te beoordelen die de gezondheid beschermen van mensen die risico lopen op schade als gevolg van complexere gebruikspatronen, nieuwe stoffen en mengsels, dan wel in verband met bepaalde subgroepen of omstandigheden.

Het EUDA-document Gezondheidsgerelateerde en sociale maatregelen voor het aanpakken van de drugsproblematiek: een Europese gids bevat gedetailleerde informatie voor wie meer te weten wil komen over het bestaande bewijsmateriaal voor de relatieve doeltreffendheid van schadebeperking en andere soorten maatregelen.

Belangrijkste gegevens en trends

Omruilprogramma’s voor naalden en spuiten

  • Omruilprogramma’s voor naalden en spuiten zijn een algemeen beschikbaar en gebruikelijk element van schadebeperkende diensten. In 2023 waren er in alle EU-lidstaten en Noorwegen omruilprogramma’s voor naalden en spuiten van kracht. De regionale beschikbaarheid en toegankelijkheid van naalden en spuiten blijven een uitdaging: slechts 7 van de 25 landen met beschikbare gegevens bereiken in 2023 het WHO-streefcijfer voor dienstverlening (figuur 13.4); slechts vijf van deze landen rapporteren ook gegevens over toegang tot behandelingen met opioïdeagonisten.

Behandeling met opioïdeagonisten

  • Behandeling met opioïdeagonisten is een doeltreffende behandeling voor opioïdenafhankelijkheid en is ook een dienstverleningsmodel dat gericht is op bepaalde doelstellingen op het gebied van schadebeperking. Het is een gevestigde interventie die in alle Europese landen wordt toegepast en wordt erkend als beschermende factor tegen sterfgevallen door een overdosis opioïden. In 2023 hebben echter slechts 15 van de 23 landen met beschikbare gegevens de WHO-doelstelling voor dienstverlening gehaald (figuur 13.4); slechts tien van deze landen rapporteren ook gegevens over toegang tot de verstrekking van naalden en spuiten.
  • In behandelklinieken in Europa wordt een hele reeks geneesmiddelen met opioïdeagonisten voorgeschreven, maar methadon wordt het meest gebruikt: ongeveer 55 % van de cliënten in behandeling met opioïdeagonisten krijgt dit middel, en nog eens 35 % wordt behandeld met medicijnen op basis van buprenorfine.
Figuur 13.4. Verstrekking van naalden en spuiten en het bereik van behandelingen met opioïdeagonisten ten opzichte van de WHO-doelen voor 2025, 2023 of de meest recente schatting

The coverage is based on the latest national estimates of injecting drug use and high-risk opioid use matched by harm reduction activity data (within a maximum of 2 years). The estimate of coverage of opioid agonist treatment for Belgium is derived from a subnational study conducted in 2019.

Programma’s voor thuisgebruik van naloxon

  • Tot 2023 hebben 15 Europese landen melding gemaakt van de uitvoering van programma’s voor thuisgebruik van naloxon om sterfte door een overdosis te voorkomen. In 2024 zijn in Kroatië en Finland proefprogramma’s voor thuisgebruik van naloxon gestart en is in Luxemburg een programma voor thuisgebruik van naloxon gestart na vrijlating uit de gevangenis.
  • In 17 van deze landen, maar niet in Litouwen, was naloxon verkrijgbaar als neusspray. Het was in de 15 landen verkrijgbaar als een dosis van 1,8 mg/0.1 ml en in 5 landen ook als een dosis van 1,26 mg/0.1 ml.
  • Injecteerbare naloxonformuleringen waren in 7 landen verkrijgbaar, met flacons van 0,4 mg/ml gemeld in 5 landen en injectiespuiten met vijf doses gemeld in Ierland en Frankrijk (figuur 13.5).
  • Naloxon is volgens de meldingen vrij verkrijgbaar in Denemarken, Frankrijk, Italië en Zweden.
Figuur 13.5. Beschikbaarheid van naloxon voor thuisgebruik, beschikbare formuleringen, aantal opgeleide personen en aantal uitgedeelde kits, in Europa
 

Data for EU Member States, Norway and Türkiye in 2023. Czechia, Germany, Ireland, France, Lithuania, Austria, Portugal and Slovenia have confirmed that the programmes were continued in 2024. The numbers relate to 2023 for all countries, except for Croatia (2024 pilot) and Czechia (2024). In 2024, Finland initiated a pilot programme and Luxembourg initiated a programme of distribution upon prison release. Austria extended the programme to a new province in 2024. In Greece in 2023, a law was issued for take-home naloxone. However, the programme is not yet available.

Drugscontrolediensten

  • Twaalf Europese landen meldden het bestaan van enige soort drugscontroledienst. De diensten zijn werkzaam in verschillende omgevingen, waaronder festivals, drugsgebruiksruimten en op vaste locaties in de samenleving.
  • Drugscontrolediensten zijn gericht op het voorkomen van schade door mensen in staat te stellen uit te zoeken welke chemische stoffen zich in de illegale middelen bevinden die ze hebben gekocht. Ze hebben ook tot doel toegang te bieden tot counseling of korte interventies, hoewel dit niet altijd mogelijk is. De door deze diensten gebruikte analytische technieken variëren van geavanceerde technologie die informatie kan verschaffen over de kracht en het gehalte van een grote verscheidenheid aan stoffen, tot methoden die eenvoudigweg de aanwezigheid of afwezigheid van een specifieke drug laten zien (figuur 13.6). De informatie die door de diensten wordt verzameld, biedt ook een uitstekend inzicht in trends op de drugsmarkt en consumentenvoorkeuren.
Figuur 13.6. Illustratie van het scala aan beschikbare technologieën voor drugscontrole en de relatieve nauwkeurigheid en betrouwbaarheid ervan

Technologieën voor drugscontrole, gerangschikt in volgorde van toenemende nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten:

  • Meerdere methoden
    (meest nauwkeurig en betrouwbaar)
  • Hogedrukvloeistofchromatografie
  • Fouriertransformatiespectroscopie
  • Dunnelaagchromatografie
  • Reagentiatestkits
    (minst nauwkeurig en betrouwbaar)

Gebruikersruimten

  • In de EU-drugsstrategie voor 2021-2025 worden ruimten voor drugsgebruik onder toezicht weliswaar erkend als een innovatieve benadering van risico’s en schadebeperking onder populaties met een hoog risico, maar het is in sommige landen nog steeds moeilijk om dergelijke ruimten op te zetten. In 2024 waren in 13 EU-lidstaten en Noorwegen drugsgebruiksruimten operationeel (figuur 13.7). Sommige van deze faciliteiten bieden geïntegreerde diensten voor drugscontrole ter voorkoming van risico’s op een overdosis door bijvoorbeeld zeer krachtige drugs, versnijding of onverwachte drugs.
  • Vanwege lokale verschillen is het moeilijk om de kenmerken en behoeften van cliënten van drugsgebruiksruimten op Europees niveau te monitoren. Het EUDA en het Europees netwerk van drugsgebruiksruimten werken echter samen om geharmoniseerde gegevens te verzamelen. Uit gegevens van 12 drugsgebruiksruimten in Europa blijkt dat het merendeel van de cliënten mannen van 40 tot 49 jaar zijn. In sommige landen zijn er gespecialiseerde voorzieningen voor vrouwen en transgendercliënten.
  • In 2023 meldden de 13 drugsgebruiksruimten 346 noodsituaties, waarvan ongeveer een derde verband hield met polydrugsgebruik.
Figuur 13.7. Locatie en aantal van de faciliteiten voor drugsgebruik in heel Europa in 2023
 

Source: European Network of Drug Consumption Rooms (ENDCR) and Correlation – European Harm Reduction Network (C-EHRN).

Please note that all geographical coordinates used here are approximate only.

Interventies in gevangenissen

  • Uit gegevens van het EUDA over de schadebeperkende en behandelende interventies die in 2023 in gevangenissen beschikbaar waren, blijkt dat continuïteit van behandeling met opioïdeagonisten werd geboden in alle EU-lidstaten, met uitzondering van Slowakije, en in Turkije. Het starten van een behandeling met opioïdeagonisten in de gevangenis was in drie landen (Bulgarije, Letland, Slowakije) niet toegestaan. Omruilprogramma’s voor naalden en spuiten waren beschikbaar in gevangenissen in drie landen: alle gevangenissen in Spanje en Luxemburg (één gevangenis), alsmede één vrouwengevangenis in Duitsland. In 2023 werd naloxon in zeven landen (Duitsland, Estland, Ierland, Frankrijk, Italië, Litouwen en Noorwegen) verstrekt voor thuisgebruik (figuur 13.8).
  • In Luxemburg is in september 2024 een programma uitgevoerd voor de distributie van naloxon voor thuisgebruik na vrijlating uit de gevangenis.
Figuur 13.8. Beschikbaarheid van drugsgerelateerde en andere maatregelen op het gebied van gezondheid en sociale zorg, gericht op gedetineerde drugsgebruikers, Europa, 2023
Number of countries reporting the formal availability of interventions in prison

European situation by type of intervention in prison

 

Source: Prison and drugs in Europe: current and future challenges (EMCDDA, 2021), updated with recent data from 2023 prison workbooks, EUDA national focal points

Brongegevens

De gegevens die worden gebruikt voor het genereren van infographics en grafieken op deze pagina zijn hieronder te vinden.

De volledige reeks brongegevens voor het Europees Drugsrapport 2025, met inbegrip van metagegevens en methodologische aantekeningen, is beschikbaar in onze gegevenscatalogus.

De deelverzameling van deze gegevens die wordt gebruikt om infographics, grafieken en soortgelijke elementen te genereren op deze pagina is hieronder te vinden.

Correctie. Op 27 oktober 2025 werden de doses naloxon in neusspray gecorrigeerd door 1,8 mg/0,1 ml en 1,26 mg/0,1 ml.

Button for European Drug Report 2025 survey - click to take survey


Top